jodyopreis.reismee.nl

Blauwe piste

Lieve moeder van Jazzy, dit verhaal ga je nooit horen. Van mij niet en ook van je dochter niet, want we schamen ons voor wat we hebben gedaan en voor de leugen die we hebben verteld. Je was met een groepje vrienden uit Londen komen overvliegen om Jazzy op te zoeken en we keken uit naar jullie komst. Onverwachts waren we die middag te laat om je te komen verwelkomen. De rottige sneeuwkettingen onder mijn auto hebben we als excuus opgehangen en je geloofde ons direct. De hele avond heb ik op mijn tong gebeten en het verbaast me dat je niks door hebt gehad. Het best wel illegale en extreem domme avontuur dat wij die middag hadden beleefd, wilden we maar wat graag met je delen. Al was het maar om het aan iemand verteld te hebben.

Ik trek aan Jazzy’s arm: “We moeten echt snel gaan, want anders missen we de laatste lift met de gondel naar boven”. Ze knikt instemmend met een halve glas bier in haar hand en danst vrolijk richting Merel. De twee heb ik twee en een half uur geleden aan elkaar voorgesteld, maar samen zijn ze alsof ze al jaren beste vriendinnen zijn. De verbroedering van alcohol. Merel trekt Jazzy mee de dansvloer op. “Jullie hebben nog wel even, je bent zó beneden”, roept ze lachend boven de muziek uit. Ik weet dat ik wat ruim heb gepland en besluit Jazzy haar biertje nog te laten opdrinken. Het is gezellig in de apres ski en ik kijk mijn ogen uit. Normaal gesproken ben ik op dit soort tijden nog gewoon op de piste te vinden, maar vandaag voor de verandering eens een keer niet. Wanneer ik weer op mijn telefoon kijk, schrik ik. Op de voorgrond van mijn blauw met paarse balletjes screen saver prijkt de tijd in grote, witte letters: 16:01. Shit. De laatste rit met de gondel hebben we zojuist gemist. Merel kan met een skiweggetje direct door naar Mühlbach skiën, maar Jazzy en ik zijn toch echt afhankelijk van die ene lift omhoog. Met zijn drieën overleggen we de opties en een taxi van Mühlbach naar Dienten is een dure grap. Voor ski instructeurs met een hongerloontje is dat gewoon geen optie. We besluiten dat we dat stukje omhoog makkelijk kunnen lopen en nemen nog een biertje. We zijn nu toch al te laat.

Even later, ik geloof dat ik een paar biertjes achter loop, bedenk ik me hoe de tocht naar boven gaat zijn en hoe moeilijk de afdaling naar beneden wordt als het donker is. Ik kijk naar buiten en probeer in te schatten hoe lang we nog hebben. Jazzy lijkt zich daar helemaal geen zorgen om te maken en overweegt nog te gaan dansen op de bar in ruil voor schnaps. Hoe kon ik zo stom zijn in te stemmen met dit idiote idee. We moeten via de blauwe piste omhoog lopen en daarna van de rode piste nog naar Dienten skiën. In nuchtere staat al een intensieve onderneming, regelrecht uit de apres ski een bakermat voor sterke verhalen. Een van de nog overgebleven mannen in de bar zoekt weer oogcontact, maar ik wil niet meer dansen. De zon begint al akelig dicht richting de berg te zakken. Ik schat dat het over een half uur toch echt donker gaat worden en kijk nog eens naar Jazzy, die zich van geen kwaad bewust lijkt te zijn. Ik slik en besef me dat dit nog een hele klus gaat worden. Snel neem ik Jazzy nog eens bij de arm en zeg dat we nu écht moeten gaan en we in het donker naar beneden moeten skiën. Ik geloof eerlijk gezegd dat we voor die tijd al wel beneden zullen zijn, maar de dreiging helpt, binnen een paar minuten staan we buiten.

Het is ontzettend koud en het is al licht aan het schemeren. Ik kijk omhoog langs de lege, blauwe piste, die er ineens een stuk langer uitziet dan ik eerder in gedachten had voorgesteld. De bergen lijken me dreigend aan te staren, alsof ze vragen wat ik hier op dit tijdstip nog doe. Er is geen mens te bekennen op de anders zo volle piste. Alleen vanuit de bar achter ons klinken nog wat gedempte tonen van de aprésskimuziek, maar verder is alles in rust, klaar voor de lange, donkere nacht. Mijn ski’s zwaai ik op mijn rechterschouder en ik zet de eerste stappen omhoog. “Jazzy, dit is echt het domste idee ooit”. We moeten lachen. Zo’n nerveuze, aangeschoten, zie-ons-eens-stom-doen-lach. Vol goede moed zetten we de pas erin, met de neus van de skischoenen in de sneeuw hakkend. Niet veel later is het muisstil. Het enige wat ik hoor zijn onze skischoenen in de sneeuw. Tjak, tjak, tjak. Ik verminder tempo en kom naast Jazzy lopen. Onze ademhaling wordt zwaar, net als de ski’s op mijn schouder. “Ik kan niet meer, Jody.” Ik kijk om naar Jazzy, ze heeft haar skilerarenpak nog aan en ziet er vermoeid uit. We zijn pas vijf minuten onderweg, dit kan ze echt niet menen. Ik zou wel willen, maar kan nu niet toegeven aan vermoeidheid. Zelfs de bergen kijken ons weg. Wanneer de aprésskitent uit zicht is verdwenen zucht ze weer diep: “Oh lord, ik kan dit niet”. Ik hoor mezelf lachen en besluit een pauze te nemen. Jazzy ligt al roerloos languit met haar gezicht in de sneeuw. Ik laat me naast haar vallen en voel hoe het bloed in mijn benen klopt. Terwijl ik naar de donker wordende lucht kijk bedenk ik me dat ik me ongerust zou moeten maken, maar ik voel geen gevaar, alsof het de normaalste zaak van de wereld is om na sluitingstijd nog over de piste te struinen. “Ik zou hier zo in slaap kunnen vallen en morgen wakker worden”, verzucht Jazzy. Ik griezel bij het idee. Ze mag niet indommelen. Snel sta ik op en hijs de verrekte ski’s op mijn schouder. Dezelfde schouder, want links voelt zo ongewoon. Jazzy komt ook overeind en even later is het weer stil, op onze ademhaling en voetstappen na. Tjak, tjak, tjak. In de verte, op de top van de berg, verschijnen felle bouwlampen van het eindstation. “Zullen daar nog mensen zijn?”, mijn stem klinkt wat hees door mijn ademhaling. “Ik hoop het, dan kunnen we met de liftmannen achterop de sneeuwscooter mee naar beneden”. In mijn hoofd grinnik om haar romantische fantasie. Omhoog lopen duurt langer dan ik had ingeschat en de eerste rampscenario’s voor de afdaling die hierna gaat komen, beginnen zich in mijn hoofd te vormen. Mijn benen voelen zo ongelofelijk zwaar en mijn hart bonkt als een bezetene. Ineens gaan de lampen uit en is het een heel stuk donkerder als eerst. “We moeten in het aardedonker naar beneden skiën, Jazzy…”. Ze reageert nauwelijks. Mijn hoofd voelt ook nog steeds licht. De frisse berglucht zou men zo moeten ontnuchteren, maar ik vraag me af hoe lang het duurt voor de magie van de bergen in werking gaat treden. We laten ons nog een keer op de grond vallen om uit te rusten, voor we het laatste, steile stuk, omhoog moeten lopen.

Na het steile stuk dat we nog even door hebben gebikkeld, staan we uiteindelijk toch zowaar naast de gigantische zwarte schaduw van het gondelstation. De opluchting is groot. We hoeven alleen nog in onze ski’s te klikken en naar beneden te skiën, dat moet voor een skileraar toch geen probleem zijn. Ik draai nog eens rond en neem het uitzicht, voor zover je van uitzicht in het donker kan spreken, nog eens goed in me op. Zwarte contouren van de bomen steken af tegen de donkere lucht, maar op de piste zijn de verschillen een stuk moeilijker waar te nemen. Het is ondertussen gaan sneeuwen en de wind doet mijn ogen tranen. In een grote pflug, ik besluit het rustig aan te doen, draai ik mijn eerste bochten. De piste is net een slagveld met gigantische buckels van alle verse sneeuw dat deze dagen is gevallen en deze dag zo intensief is omgeskiet. Zonder de buckels aan te zien komen hobbel ik rustig op en neer. Ik hoor Jazzy af en toe een gil slaken wanneer ze in een buckel vast komt te zitten, maar ze blijft steeds netjes staan. Ik probeer me te concentreren op mijn eigen spoor, tot ik ineens word verrast door een grote bult en prompt languit onderuit ga. Vanaf de grond kijk ik achterom om te zien hoe ver we al hebben geskied, maar behalve de piste zie ik ook vage lichtstralen vanachter de berg komen. Een pistebully. Er bekruipt me een onheilspellend gevoel. Het lijkt me beter zo ver mogelijk van de machines vandaan te blijven en ik wil vooral ook niet gesnapt worden. Compleet op de tast probeer ik zo snel als ik kan in mijn ski’s te komen. Er zit sneeuw onder mijn schoenzolen geplakt en ik zie mijn bindingen niet. Na een aantal pogingen kijk ik nerveus om, om te zien of ik de pistebully al over de rand zie komen. Plots klikt mijn tweede schoen ook in mijn ski. Zo snel als ik kan ski ik achter Jazzy aan, die haar telefoon als zaklamp gebruikend al een stuk verderop skiet. Opeens zijn de lichten achter ons weg. Het is weer aardedonker, wanneer het licht van Jazzy’s telefoon dooft. Ik begin er vertrouwen in te krijgen dat we prima beneden gaan komen wanneer ik voorop ski met mijn telefoon op de piste schijnend. De bulten zijn nog even hoog, maar ze aan zien komend maakt het skiën een stuk makkelijker. Wanneer we een pauze nemen en ik op mijn telefoon wil kijken, staar ik naar een grijs scherm. De koude moet de batterij hebben leeggetrokken. Shit. Ik kijk om naar Jazzy, in de contouren van haar hoofd bedenk ik me hoe ze me ernstig terugkijkt. Ik geloof dat de magie van de berglucht zojuist in werking is getreden: we lachen niet meer.

Nog langzamer als eerst, skiën we in een slakkengang achter elkaar aan. Langzaam. “Ben je er nog?” “Ja, rustig aan” “Ho buckel” “Stop!” Mijn knieën veren mee over de hobbels, elke keer een verrassing wat er komen gaat. Het gaat langzaam en de moed zakt voor het eerst echt in mijn schoenen. Ik weet niet waar we op de piste zijn en zie bijna geen hand voor ogen. Het spannende gevoel van spoorzoekertje doen in het donker is een gevaarlijke expeditie geworden en helemaal niet meer leuk. Ik wou dit ik dit nooit in mijn stomme hoofd had gehaald en gewoon had betaald voor die taxi. Mijn ogen prikken van de wind en de sneeuw, maar met skibril op zie ik helemaal niks meer. Het liefst zou ik op willen geven. Als dat toch eens een optie was. Ik tuur vooruit in het donker. De contouren van de bomen voor ons beginnen zichtbaar te worden en ik zie ineens ook de bocht in de piste dat langs de bomen gaat. Net wanneer ik denk dat mijn ogen aan het donker wennen, wordt het me duidelijk dat er licht achter de bomen schijnt. Direct weet ik in te schatten dat we net over de helft van de afdaling zijn. Het licht wordt sterk en een zwaar brommend geluid klinkt hoorbaar achter de bomen. Nog een pistebully. “Snel, wegwezen!”, roept Jazzy. We skiën rap richting de bomen. In een hoekje houden we ons schuil. Ik voel mijn hart bonzen en vrees dat we al gezien zijn, de lichten van die machines zijn enorm. Jazzy begint te paniekeren en besluit nu pas de jas van haar uniform om te keren. Terwijl we ons schuilhouden tussen de bomen, zien we de bully rustig aan de overkant omhoog gaan. Ik wil wachten tot de kolossale machine uit zicht is, maar Jazzy verkiest het voordeel van de verlichting op de piste boven het gevaar gezien te worden en gebaart me. Nog voor ik haar tegen kan houden steekt ze over. Snel volg ik haar en als twee haasjes schieten we achter de bully. De glad geprepareerde strook piste dat achter de pistebully verschijnt is een verademing. Het randje van het geprepareerde gedeelte kan ik nog net onderscheiden van de rest van de piste, zodat ik mijn richting kan bepalen. Met mijn ogen samengeknepen tegen de wind en sneeuw, geniet ik dankbaar van dit heerlijke strookje geprepareerde piste en sjezen we alsof de duivel op onze hielen zit, in korte bochten naar beneden.

In een mum van tijd staan we beneden bij de hut van onze skischool. Het eeuwigdurende avontuur onverwacht snel tot een eind komend. Het duurt even voor we beseffen dat we weer veilig beneden zijn. We zijn uitgeput, onze benen doen zeer en van euforie valt niet te spreken. “O mijn god, o mijn god”…

Reacties

Reacties

Mijnie

Jody, Jody, wat een verhaal weer. Dit moet je niet teveel meemaken. Maar wat kan jij heerlijk schrijven! Geniet nog lekker daar en ik ben natuurlijk benieuwd naar je volgende belevenis.

Lida

Wat een avontuur heb je weer beleefd, nu kan je er gelukkig om lachen ????
Mocht je in de toekomst geen werk hebben, kan je altijd nog schrijfster worden,
Een fantastisch opgebouwd verhaal Jodie,

Janny van der Paauw

Ontzettend spannend! Gelukkig goed afgelopen!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!